Vraag 1; Sluit de inhoud van de opleiding aan op je kennis en brengt het nieuwe inzichten?
Het ingangsniveau zal zeer verschillend zijn. Wij zijn beide nog van de oude opleiding, we hebben veel nascholing gedaan en veel werkervaring met behandelen van bekken(pijn) patienten. Echter zijn wij niet opgeleid met klinisch redeneren en dat hebben we m.n. in het begin extra moeten bijspijkeren. Daar zullen de jongeren onder ons anders in staan.
Het eerste jaar is helemaal gericht op diagnostiek en leer je goed (lees evidence based) onderzoek en diagnoses stellen. Dat helpt heel goed in de wirwar van testen en vragenlijsten die er in therapieland bestaan.
Dus ja, heel veel nieuwe inzichten zeker, maar ook stoppen met onderzoeken en interventies die niet zinvol bleken is ook een eyeopener.
Vraag 2; Hoeveel tijd kost het wekelijks?
Gemiddeld 2 dagen per week over het jaar genomen. Maar vanwege werken in groepjes is het wenselijk dat je toch vaker met bepaalde stukken bezig bent. Ook nog naast je gewone werk is onze ervaring. Ook lezen we vaak ’s avonds nog een artikel, dat kost veel tijd. Maar we verdelen ze ook zodat niet iedereen alle artikelen hoeft te lezen en samen te vatten. Stages zijn 3x 6 dagen verdeeld over de eerste 2 jaar. Het kost heel veel tijd, maar je vergroot dan ook enorm je kennis en kunde en dat is erg fijn!
Vraag 3; Vinden jullie aansluiting bij medestudenten?
Heel leuk en inspirerend van beide kanten. Ze zijn ook een slagje jonger dan wij (Wij zijn inmiddels 51) maar iedereen is eigenlijk heel behulpzaam naar elkaar.
Vraag 4; Moeten jullie veel samenwerken in groepjes?
Ja, voortdurend.
Vraag 5; Draagt het inwendig handelen bij aan hogere kwaliteit van behandelen?
Het inwendige vaginale en anale functie onderzoek draagt absoluut bij aan het stellen van een juiste diagnose. Dat kan niet op een andere manier. Bepaalde signs kunnen duiden op een onder- maar ook op een overactiviteit van de bekkenbodem. Zolang je niet onderzoekt, blijft het een hypothese, een gok. Het is eigenlijk net als een oz v/d wk, zolang je niet onderzoekt, weet je het niet zeker. De intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid van deze onderzoeken is aangetoond. Met de informatie hieruit kun je de behandeling beter en efficiënter doen en evalueren. Daarnaast krijg je extra behandelmogelijkheden door gebruik van EMG en electrostimulatie en rectale ballon. Dat wordt m.n. gebruikt bij aanvang van de behandeling als de propriocepsis(bekkenbodemspieren) of sensitiviteit (rectum) en of de functie slecht is. Van de eerste 2 behandelmethoden is de effectiviteit ruim bewezen, en van de laatste nog beperkt. Het zelf dagelijks meerdere malen oefenen blijkt de belangrijkste therapie. Maar een patiënt moet daar wel toe in staat zijn uiteraard. Wat je niet kunt, kun je ook niet oefenen.
Kortom; benut de 3 plekken die de SOMT komend jaar aanbied en schrijf je in voor de Master Bekkenfysiotherapie zodat we ons beroep verder professionaliseren! Wij hopen op voldoende belangstelling vanuit de oefentherapeuten zodat de opleiding echt voor beide beroepsgroepen toegankelijk wordt/blijft en een diploma biedt.